Onderzoeken met de nieuwe HER2-gerichte behandelingen trastuzumab-deruxtecan (T-DXd) en tucatinib blijven indrukwekkende resultaten opleveren bij uitgebreid voorbehandelde patiënten. Inmiddels wordt onder meer nader onderzocht wat de effectiviteit is van T-DXd bij patiënten met hersenmetastasen. Dr. Vincent Dezentjé geeft een overzicht van onderzoeksresultaten tot nog toe.
Tijdens het San Antonio Breast Cancer Symposium 2020 presenteerden onderzoekers onder meer een update van de fase II-studie DESTINY-Breast01 met trastuzumab-deruxtecan (T-DXd).1 Op het moment van deze analyse was de mediane follow-up 20,5 maanden, ten opzichte van 11,5 maanden bij de eerdere analyse.2 De resultaten toonden grotendeels eenzelfde beeld, maar de responspercentages en de mediane progressievrije overleving (PFS) waren verder verbeterd. In de analyse gepubliceerd in NEJM was de mediane responsduur 14,8 maanden en de mediane PFS 16,4 maanden; in de nieuwe analyse was de mediane responsduur 20,8 maanden en de mediane PFS 19,4 maanden. Het objectieve responspercentage ging van 60,9 naar 61,4 procent. Dezentjé: ‘Je ziet in klinische studies bij uitgezaaide borstkanker niet vaak zulke hoge responspercentages en zulke langdurige responsen. En vooral niet bij patiënten die in mediaan zes of zeven eerdere lijnen zijn behandeld.’
De resultaten hebben inmiddels geleid tot een registratie van T-DXd door de European Medicines Agency (EMA), maar voordat het medicijn in Nederland als standaardzorg kan worden ingezet, moet er nog een obstakel worden weggenomen, vertelt Dezentjé. ‘Dat dit geen gerandomiseerde fase III-studie is maar een eenarmige fase II-studie, maakt het wat lastig. Het middel is nog niet onderzocht ten opzichte van de huidige standaardbehandelingen. Desondanks kun je je niet aan de indruk onttrekken dat dit echt meerwaarde heeft en dat is ook de reden dat de EMA een conditionele goedkeuring heeft gegeven in afwachting van de gerandomiseerde fase III-studie DESTINY-Breast02. Maar dat zorgt vervolgens voor de opmerkelijke situatie dat de commissie BOM volgens haar beoordelingscriteria op basis van een eenarmige fase II-studie geen advies kan uitbrengen. Het is denkbaar dat men in de NVMO-vergadering hierover toch besluit om het criterium wat ruimer te hanteren, zodat het middel wel kan worden beoordeeld.’
Dezentjé hoopt dat ondanks deze horde de behandeling wel op relatief korte termijn beschikbaar zal komen. ‘Los van een beoordeling van de commissie BOM kunnen de zorgverzekeraars informeren bij de beroepsgroep en ervoor zorgen dat het middel op de markt komt in Nederland. Naar alle waarschijnlijkheid zullen zowel T-DXd als tucatinib in de sluis gaan voor dure geneesmiddelen.’