Internist-oncoloog dr. Judith Kroep licht vijf presentaties van het San Antonio Breast Cancer Symposium 2022 toe op het gebied van vroegstadium HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom. Deze gaan over jonge borstkankerpatiënten met een kinderwens, het al dan niet weglaten van chemotherapie bij een adjuvante behandeling en het nut van MammaPrint bij het bepalen van een verlengde endocriene behandeling. ‘De resultaten zijn nu – of op termijn – relevant voor de praktijk.’
Een belangrijke studie die Kroep opviel, is de POSITIVE-studie naar jonge vrouwen met HR-positief mammacarcinoom en een zwangerschapswens.1 Jarenlange adjuvante endocriene therapie lijkt lastig te combineren met een zwangerschapswens, maar hóe lastig is die combinatie werkelijk? Die vraag moest de POSITIVE-studie – een grote, internationale studie waaraan ook Nederlandse BOOG-centra meededen – beantwoorden. Kroep: ‘Het doel was om te achterhalen of tijdelijk onderbreken van de adjuvante endocriene therapie de kans op een recidief vergroot. Er deden 526 vrouwen mee aan de studie. Zij kregen na een uitwasperiode van drie maanden gedurende twee jaar geen behandeling. Hun gemiddelde leeftijd was 37 jaar en van hen had 94 procent stadium I of II mammacarcinoom. In de periode zonder behandeling probeerden de vrouwen zwanger te worden en eventueel ook nog borstvoeding te geven. Voor die tijd hadden ze al 1,5 tot 2,5 jaar adjuvante endocriene therapie gekregen.’ Kroep vertelt dat de resultaten van de studie in die zin positief waren dat de percentages vrouwen met een recidief (8,9 procent) en afstandsmetastasen (4,5 procent) vergelijkbaar waren met de resultaten van eerdere studies (de SOFT- en TEXT-studie).2 ‘Weliswaar kunnen we nog niets zeggen over de resultaten op de lange termijn, want deze studie keek naar de resultaten na 3,5 jaar. Maar we kunnen nu tegen deze jonge vrouwen zeggen dat, naast de retrospectieve gegevens die er zijn, het tevens prospectief veilig lijkt om tijdelijk met de therapie te stoppen om zwanger proberen te worden. Dat kunnen we nu steviger onderbouwen.’ Er zijn 365 kinderen geboren bij de vrouwen die meededen aan de studie.
De presentatie van de fase III-studie MonarchE vond Kroep ook interessant. Hoogrisicopatiënten met HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom kregen de CDK4/6-remmer abemaciclib aan de adjuvante endocriene therapie toegevoegd.3 De patiënten werden twee jaar adjuvant behandeld. De meerwaarde van deze toevoeging was al eerder bekend; deze presentatie over MonarchE betrof een follow-up na vier jaar. ‘Het voordeel van adjuvant abemaciclib neemt toe met de jaren’, vertelt Kroep. ‘De ziektevrije overleving na vier jaar is 85,8 procent mét en 79,4 procent zonder abemaciclib, een verschil van 6,4 procent. Na drie jaar was dat nog 4,8 procent en na twee jaar 2,8 procent. Ook de afstandsmetastasenvrije overleving laat een positief resultaat zien: 88,4 procent versus 82,5 procent, een verschil van 5,9 procent.’ De algehele overleving dient nog te worden onderzocht. Ook van soortgelijke studies met ribociclib verwacht.