CDK4/6-remmers hebben inmiddels hun plaats veroverd in de behandeling van gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom. De grote vraag is nu: wat te doen als er vervolgens progressie optreedt? Diverse presentaties tijdens het San Antonio Breast Cancer Symposium 2022 geven enig houvast, vertelt internist-oncoloog dr. Agnes Jager.
Voordat ze aan de vraag “wat volgt na CDK4/6-inhibitie?” toekomt, wijst Jager eerst op een studie die volgens haar de meest directe gevolgen heeft voor de dagelijkse praktijk. ‘Dat betreft de behandeling voor pre- en perimenopauzale vrouwen met een recent vastgesteld gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom, waarbij de ziekte snel progressief is en er sprake is van een viscerale crisis. Vanwege de snelle progressie behandelen we deze vrouwen meestal met chemotherapie. De gerandomiseerde fase II-studie RIGHT Choice heeft nu laten zien dat een eerstelijnsbehandeling met ribociclib plus endocriene therapie bij hen een significant betere mediane progressievrije overleving oplevert dan behandeling met doubletchemotherapie: 24.0 versus 12.3 maanden.1 In de studie had zo’n 52 procent van de vrouwen een viscerale crisis op het moment van inclusie in de studie. Belangrijk ook: de tijd tot er een respons optreedt verschilde niet significant tussen beide behandelingen. Dat betekent dat er geen reden is om primair te kiezen voor chemotherapie in deze populatie maar dat CDK4/6-inhibitie met een aromataseremmer en ovariële suppressie bij patiënten met agressieve ziekte een goede optie is.’
Ziekteprogressie
Dan de vraag wat te doen als er progressie optreedt bij behandeling met een CDK4/6-remmer plus endocriene therapie. ‘Heeft het dan zin de CDK4/6-remmer te blijven geven en alleen te veranderen van endocriene therapie, in deze studie naar fulvestrant? De resultaten van de PACE-studie laten zien dat het overstappen naar monotherapie met fulvestrant even effectief is – in termen van progressievrije en algehele overleving – als continueren van de CDK4/6-remmer – in dit geval palbociclib – in combinatie met fulvestrant.2 Overigens zagen de onderzoekers wel een – niet significant – langere overleving als ook een PD-L1-remmer aan palbociclib en fulvestrant werd toegevoegd. Bij gebrek aan een biologische rationale is deze bevinding vooralsnog vooral hypothese genererend.’ Op de vraag of overstappen naar een andere CDK4/6-remmer wel effectief is, geeft de PACE-studie geen antwoord. Jager: ‘Vooralsnog is daar geen enkel bewijs voor.’