‘Een historisch congres’, noemt internist-oncoloog dr. Michiel van der Heijden het ESMO Congress 2023, als het gaat om het onderwerp blaaskanker. ‘Voor het eerst in ruim twintig jaar is het gelukt bij lokaal gevorderde of gemetastaseerde blaaskanker de effectiviteit van de eerstelijnsbehandeling met chemotherapie te overtreffen.’
Dat uitkomsten van een fase III-studie met een staande ovatie worden ontvangen, dat komt niet vaak voor bij een internationaal congres over oncologie. Het overkwam prof. dr. Tom Powles, hoogleraar urogenitale oncologie in Barts Cancer Center van St. Bartholomew’s Hopsital in Londen, tijdens zijn presentatie van de uitkomsten van EV-302/KEYNOTE-A39-studie.1 De resultaten van deze studie waren er dan ook naar, zegt Van der Heijden, zelf laatste auteur van deze presentatie. ‘Al zolang ik in dit vak zit, behandelen we blaaskanker in de lokaal gevorderde of gemetastaseerde setting in de eerste lijn met platina-bevattende chemotherapie. Deze behandeling kent een hoge respons, maar, helaas, meestal geen blijvend effect. Natuurlijk is er vaak geprobeerd de uitkomsten van deze behandeling te verbeteren. Zelf ben ik betrokken geweest bij tal van dergelijke studies maar geen enkel behandelregime wist de effectiviteit van de combinatie gemcitabine met cis- of carboplatine significant te verbeteren. Anders dan bijvoorbeeld bij melanoom bleek ook eerstelijns immuuntherapie of het toevoegen van immuuntherapie aan de eerstelijns chemotherapie niet tot een betere overleving te leiden dan alleen chemotherapie. De enige toepassing van immuuntherapie bij gemetastaseerde blaaskanker is tot nu toe onderhoudstherapie met avelumab bij patiënten die goed hebben gereageerd op chemotherapie.’
Twee studies
Aan de periode van relatieve stilstand is nu een einde gekomen. Tijdens het tweede Presidential Symposium van het HET ESMO Congres 2023 zijn de resultaten gepresenteerd van twee fase III-studies waarin de effectiviteit van de experimentele behandeling die van de standaard chemotherapie ruimschoots overtrof: de reeds genoemde EV-302/KEYNOTE-A39-studie en de CheckMate 90-studie.2 De EV-302/KEYNOTE-A39-studie vergeleek de effectiviteit en veiligheid van eerstelijns chemotherapie (cis/carboplatine in combinatie met gemcitabine) met die van een combinatie van enfortumab vedotin, een antilichaam-geneesmiddel-conjugaat, (ADC) dat is gericht tegen het eiwit Nectin-4 en het immuuntherapeuticum pembrolizumab. ‘Van beide medicijnen was al aangetoond dat ze in tweede en derde lijn de overleving kunnen verbeteren. Bovendien bleek dat deze combinatie van geneesmiddelen, kortweg EV-P genoemd, een hoge effectiviteit heeft bij patiënten voor wie een behandeling met cisplatine niet geschikt is’, licht Van der Heijden de keuze voor deze combinatie toe. Ziehier de rationale voor de opzet van de studie EV-302/KEYNOTE-A39.