Eén van de plenaire sessies van het San Antonio Breast Cancer Symposium 2022 stond volledig in het teken van studies naar het antilichaam-geneesmiddel-conjugaat trastuzumab-deruxtecan. Internist-oncoloog dr. Inge Konings, vond de gepresenteerde onderzoeksresultaten veelbelovend.
De drie studies betroffen verschillende fasen van de behandeling; de DESTINY-Breast02-studie omvatte met name patiënten die in derde en vierde lijn in de gemetastaseerde setting werden behandeld, DESTINY-Breast03 onderzocht trastuzumab-deruxtecan (T-DXd) als tweedelijnsbehandeling in de gemetastaseerde setting en de TRIO-US B-12 TALENT-studie bestudeerde de neoadjuvante toepassing bij het HER2-low en HR-positief mammacarcinoom.
Internist-oncoloog dr. Ian Krop, hoofd klinisch onderzoek bij Yale Cancer Center in Boston, Verenigde Staten, presenteerde de eerste data van de fase III-studie DESTINY-Breast02.1 T-DXd wordt hierin vergeleken met een chemotherapeutische behandeling volgens de keuze van de behandelaar (treatment of physician’s choice (TPC)) bij patiënten die in een eerder stadium al waren behandeld met trastuzumab-emtansine (T-DM1). In deze studie werden 608 patiënten met gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom naar een van beide behandelarmen gerandomiseerd. Voor 40 procent van de patiënten betrof dit een behandeling in de derde of vierde lijn na eerdere HER2-gerichte behandelingen. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving, bij een mediane follow-up van 19 maanden in de TPC-arm en 22 maanden in de T-Dxd arm. Een kleine twintig procent van de geïncludeerde patiënten had hersenmetastasen. Konings blijft dit bewonderenswaardig vinden, want enerzijds is dit een bewerkelijke subgroep van patiënten voor behandeling in studieverband, maar anderzijds komt cerebrale metastasering bij HER2-positief gemetastaseerd mammacarcinoom regelmatig voor en zijn de resultaten dus juist ook voor deze patiënten heel relevant. ‘Eerder werden deze patiënten altijd geweerd uit dit soort fase III-studies.’
De studie laat een groot en statistisch significant verschil zien in de progressievrije overleving: 17,8 maanden bij behandeling met T-DXd ten opzichte van 6,9 maanden bij TPC. Konings: ‘Dat is bijna 11 maanden verlenging van de tijd tot progressie. Daarnaast werd er een statistisch significante verbetering van de algehele overleving gezien van 26,5 maanden bij TPC naar 39,2 maanden bij T-DXd, met een hazard ratio van 0,66. Dat is een verbetering van meer dan één jaar. Ook de responskans was groter; 69,7 procent bij T-DXd versus 29,2 procent bij TPC.’ Deze positieve bevindingen van DESTINY-Breast02 bevestigen aldus Konings die van de voorafgaande fase II- studie DESTINY-Breast01-studie.